Herken en behandel bijwerkingen van kankertherapieën – van chemotherapie tot immuuntherapie en doelgerichte therapieën

De behandeling van kanker is de afgelopen jaren sterk veranderd. Naast klassieke chemotherapie krijgen steeds meer patiënten immuuntherapie of doelgerichte therapieën. Deze behandelingen bieden nieuwe perspectieven, maar brengen ook een breed scala aan bijwerkingen met zich mee – soms mild, maar soms ook ernstig of langdurig.

Vroege herkenning en doelgerichte behandeling van deze bijwerkingen zijn cruciaal voor het behoud van kwaliteit van leven én het kunnen voortzetten van de oncologische behandeling.

De nascholing is opgedeeld in drie blokken:

1. Chemotherapie

Bij het gebruik van chemotherapie, zoals capecitabine, kunnen ernstige bijwerkingen optreden, waaronder het handvoetsyndroom en coronair spasmen. Wanneer is het verstandig om over te schakelen naar een alternatief zoals S1, dat deze bijwerkingen minder vertoont? Is het altijd noodzakelijk om eerst dosisreductie toe te passen, of zijn er andere behandelingsstrategieën die we kunnen overwegen?

2. Immuuntherapie 

Bij immuuntherapie, en specifiek het gebruik van prednison, is het van belang goed op de dosering en timing te letten. Een te hoge piek kan de effectiviteit van de behandeling verminderen. Hoe kunnen we bijwerkingen effectief monitoren en behandelen zonder de werking van de therapie te compromitteren?

3. Doelgerichte therapie 

Doelgerichte therapieën kunnen in combinatie met andere behandelingen worden gegeven, wat de uitdaging vergroot bij het identificeren van bijwerkingen. Hoe kunnen we precies bepalen welke bijwerkingen van welke therapieën komen, bijvoorbeeld bij gelijktijdige toediening van doelgerichte therapie en immuuntherapie?

Moderator 

Ruben Terlou 

Experts

• dr. Jara Baas, internist-oncoloog, Meander MC 
• dr. Robert Jan Kwakman, internist-oncoloog, UMC Utrecht 
• dr. Yara Polyukhovych, cardioloog, Zuyderland MC 
• dr. Debbie Robbrecht, internist-oncoloog, Erasmus MC 

Doelgroep en accreditatie 

Het programma is primair gericht op internist-oncologen (i.o.), verpleegkundig specialisten (i.o.) en alle healthcare professionals met oncologie als subspecialisme of interessegebied. Accreditatie zal worden aangevraagd bij NIV en VSR.